kunstvak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kunst·vak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kunstvak | kunstvakken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het kunstvak o
- tak van artistieke vaardigheid als een afgebakend onderdeel van onderwijs of werkzaamheden
- Werken aan je profielwerkstuk in een museum. Niet voor een kunstvak, maar voor scheikunde. Dat kan in het Mauritshuis. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'kunstvak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kunstvak" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Kuijpers, J.NT’er in de kunst (21 april 2007) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-12-26
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %