kunstschaatser

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kunst·schaat·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kunstschaatser kunstschaatsers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kunstschaatserm

  1. (sport) persoon die aan kunstschaatsen doet
     Kunstschaatser Thomas Kennes op het ijs in Oberstdorf in september 2017[1]
     Een paar honderd meter van de rampplek stond een kunstschaatser met een blinddoek om. "Hij stond te wachten tot hij door een helikopter opgehaald zou worden, en hoorde die andere helikopters weggaan en op elkaar botsen. Toen volgde een enorme knal en deed hij zijn blinddoek af en rende naar de plek waar het gebeurd was."[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 14 december 2022 Weblink bron “De sport van woensdag bij de NOS” (Woensdag 17 januari 2018, 06:11), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 14 december 2022 Weblink bron “'Dit zijn grote Franse topsporters'” (Dinsdag 10 maart 2015, 08:19), NOS