krabbelt neer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: krabbelt neer (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrɑbəlt ˈner / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- krab·belt neer
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
neerkrabbelen |
krabbelt (…) neer
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerkrabbelen
- Jij krabbelt neer.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerkrabbelen
- Hij krabbelt neer.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van neerkrabbelen
- Krabbelt neer!
Gangbaarheid
- Het woord krabbelt neer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.