kouderecord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kou·de·re·cord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kouderecord kouderecords
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kouderecordo

  1. (meteorologie) de laagst gemeten temperatuur bij de gegeven omstandigheden
     Qatar bibbert bij kouderecord: het had bijna gevroren[1]
     Daar is nu geen sprake van. In 2020 noteerde De Bilt veertien datum-warmterecords en geen enkel datum-kouderecord, in 2019 werden nagenoeg dezelfde aantallen genoteerd. Het laatste datum-kouderecord stamt wel uit dat jaar, op 6 oktober 2019.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 april 2022 Weblink bron “Qatar bibbert bij kouderecord: het had bijna gevroren” (06-02-2017), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 april 2022 Weblink bron “Deze winter telde vijf zachte dagen, de meeste in 120 jaar” (24-02-2021), NOS