kordelier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kordelier
Uitspraak
Woordafbreking
  • kor·de·lier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kordelier kordeliers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kordelierm

  1. (religie) kloosterling van de (bedel)orde van de heilige Franciscus van Assisi
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
45 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen