kopbout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kop·bout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kop zn en bout zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kopbout | kopbouten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (techniek) een bout met een ronde of vierkante verdikking aan het uiteinde
Gangbaarheid
- Het woord kopbout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "kopbout" herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be