kolft af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kolft af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afkolven

kolft (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkolven
    • Jij kolft af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkolven
    • Hij kolft af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkolven
    • Kolft af! 

Gangbaarheid