koekoekklok
Uiterlijk
- Geluid: koekoekklok (hulp, bestand)
- koe·koek·klok
- samenstelling van koekoek zn en klok zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koekoekklok | koekoekklokken |
verkleinwoord | koekoekklokje | koekoekklokjes |
- een type klok die het geluid van de koekoek als uursignaal heeft
- De koekoekklok is een erfstuk van mijn opa.
- ▸ In een hoek stond een etagère vol kleine porseleinen voorwerpjes, en aan de muur hing een koekoekklok.[1]
- Het woord koekoekklok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Victoria Holt“De geheimzinnige echtgenoot” (1976), Saga, ISBN 9788726955644