knotsslakken
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- knots·slak·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knotsslakken | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de knotsslakken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord knotsslak
- meervoudsvorm als officiële benaming (buikpotigen) Tergipedidae een familie van weekdieren uit de klasse van de Gastropoda (slakken)
Hyperoniemen
- [2] slakken, weekdieren, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] slanke knotsslak
Verwante begrippen
- brakwaterknotsslak, gestippelde knotsslak, gestreepte knotsslak, gorgelpijpknotsslak, groene knotsslak, karmozijnrode knotsslak, zeeraspknotsslak, zilverblauwe knotsslak
Gangbaarheid
- Het woord 'knotsslakken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Buikpotigen in het Nederlands
- Weekdieren in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal