knapten af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knapten af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈknɑptə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- knap·ten af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afknappen |
knapten (…) af
- meervoud verleden tijd van afknappen
- Wij knapten af.
- Jullie knapten af.
- Zij knapten af.
- Wij knapten af.
Gangbaarheid
- Het woord knapten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.