knabo
Uiterlijk
- Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord knabe (Niet meer vaak in gebruik, maar wel bij het ontstaan van Esperanto)
- IPA: /ˈkna.bo/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | knabo | knaboj |
accusatief | knabon | knabojn |
knabo
- knabino ("meisje")