klusjesman

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klus·jes·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klusjesman klusjesmannen
klusjeslieden
klusjeslui
verkleinwoord klusjesmannetje klusjesmannetjes

Zelfstandig naamwoord

de klusjesmanm

  1. (beroep) Een manusje-van-alles, ook wel klusjesman of factotum (van het Latijnse fac totum, "maak alles") genoemd, is een term die gebruikt wordt om iemand aan te duiden die vele kleine karweitjes opknapt.
    • Andere namen voor klusjesman zijn klussers, rechterhandjes, doe-al, doener, duvelstoejager, handige harrie en duizendpoot. Buurman en Buurman zijn ook twee bekende klusjesmannen. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be