klim op
Niet te verwarren met: klimop |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klim op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opklimmen |
klim op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklimmen
- Ik klim op.
- gebiedende wijs van opklimmen
- Klim op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklimmen
- Klim je op?
Gangbaarheid
- Het woord klim op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.