kleppet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kleppet
Uitspraak
Woordafbreking
  • klep·pet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleppet kleppetten
verkleinwoord kleppetje kleppetjes

Zelfstandig naamwoord

de kleppetv

  1. een hoofddeksel met een plat uitsteeksel dat de ogen tegen direkte zonnestraling beschermt
Vertalingen

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
12 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen