kleedt uit
Uiterlijk
- Geluid: kleedt uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈklet ˈœyt / (2 lettergrepen)
- kleedt uit
vervoeging van |
---|
uitkleden |
kleedt (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkleden
- Jij kleedt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkleden
- Hij kleedt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkleden
- Kleedt uit!
- Het woord kleedt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.