klaart op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klaart op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opklaren

klaart op

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van opklaren

Werkwoord

vervoeging van
opklaren

klaart op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklaren
    • Jij klaart op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opklaren
    • Hij klaart op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opklaren
    • Klaart op! 


Gangbaarheid