kippenboerderij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kippenboerderij
Uitspraak
Woordafbreking
  • kip·pen·boer·de·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kippenboerderij kippenboerderijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kippenboerderijv

  1. (economie) (veeteelt) agrarisch bedrijf waar men kippen houdt voor het vlees of de eieren
     Ze heeft al vijftien jaar hobbykippen. Ze heeft ook op een kippenboerderij gewerkt, maar zoiets had ze nog nooit gezien, zegt ze tegen Omroep Gelderland.[1]
     De gemeente denkt een oplossing te hebben gevonden door het uitkopen van een naburige kippenboerderij. Een andere mogelijke oplossing die wordt onderzocht, is het verlagen van de maximumsnelheid op de nabijgelegen provinciale weg.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Kip legt heel bijzonder ei: niet ovaal maar langwerpig” (31-10-2018), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Kan er in Nederland nog wel gebouwd worden?” (21-07-2019), NOS