keuterboer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: keuterboer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- keu·ter·boer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van keuter ww en boer [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | keuterboer | keuterboeren |
verkleinwoord | keuterboertje | keuterboertjes |
Zelfstandig naamwoord
de keuterboer m
- (landbouw) (beroep) boer met een dusdanig eigen klein bedrijf dat hij alleen kan overleven met extra nevenverdiensten
Gangbaarheid
- Het woord keuterboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "keuterboer" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ keuterboer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 80 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %