kassamedewerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·sa·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kassa en medewerker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kassamedewerker | kassamedewerkers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de kassamedewerker m
- (beroep) iemand die in een winkel de kassa bedient
- De kassamedewerker werd ontslagen omdat hij geld verduisterde.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord kassamedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.