kasjmirbosmuis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kasj·mir·bos·muis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Kasjmir en en bosmuis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kasjmirbosmuis | kasjmirbosmuizen |
verkleinwoord | kasjmirbosmuisje | kasjmirbosmuisjes |
Zelfstandig naamwoord
- (knaagdieren) Apodemus rusiges knaagdier uit het geslacht bosmuizen (Apodemus) dat voorkomt in de Himalaya van Noord-Pakistan (districten Baltistan en Hazara) en Noordwest-India (Jammu en Kasjmir). Deze soort werd meestal geplaatst in de geelhalsbosmuis (A. flavicollis), maar die komt niet verder naar het oosten voor dan West-Iran, maar die is iets kleiner en heeft een lichtere bovenkant en een kortere staart. De Kasjmirbosmuis is groter dan Wards bosmuis (A. wardi), die in hetzelfde gebied voorkomt, en heeft verder een langere staart, een donkerdere bovenkant en een grotere schedel
Hyperoniemen
- bosmuizen, muizen en ratten van de Oude Wereld, knaagdieren, zoogdieren, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'kasjmirbosmuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.