bosmuizen
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bos·mui·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosmuizen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bosmuizen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bosmuis
- meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Apodemus een geslacht van Palearctische muizen uit de onderfamilie der muizen en ratten van de Oude Wereld (Murinae)
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] alpenbosmuis, bosmuis, brandmuis, Chevriers bosmuis, grote bosmuis, grote Japanse bosmuis, himalayabosmuis, kasjmirbosmuis, kaukasusbosmuis, kleine bosmuis, kleine Japanse bosmuis, Koreaanse bosmuis, oostelijke rotsmuis, Perzische bosmuis, Pontische bosmuis, sichuanbosmuis, Taiwanese bosmuis, Wards bosmuis, westelijke rotsmuis, Zuid-Chinese bosmuis
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bosmuizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Knaagdieren in het Nederlands
- Zoogdieren in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal