kalte
Uiterlijk
- kal·te
kalte
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van kalt
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van kalt
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van kalt
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van kalt
- bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van kalt
- bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van kalt
- bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van kalt
- bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van kalt
- bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van kalt
- onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van kalt
- onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van kalt
- kal·te
Naar frequentie | 1270 |
---|
kalte
- verleden tijd van kalle
- IPA: /kaltɛ/
- kal·te
kalte
- formeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord kalit
- tweede persoon meervoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord kalit
Categorieën:
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 5
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Duits
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Duits
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Woorden in het Noors met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch