kaaklozen

Nederlands

Lampreien zijn kaaklozen.

Uitspraak

• Geluid:  kaaklozen    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkaklozə(n) / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• kaak·lo·zen

Woordherkomst en -opbouw

•  kaakloze zn  met de uitgang -en
  • [2] leenvertaling van Neolatijn agnatha gevormd uit Oudgrieks ἀ- (a-) "zonder" en γνάθος (gnáthos) "kaak"

Zelfstandig naamwoord

kaaklozen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kaakloze
2. meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) superklasse Agnatha , waterdieren met een langgerekt lichaam zonder schubben en een ronde bek met tanden

   ▸ Prikken vormen met wat verwante soorten de laatste restanten van de kaaklozen, Agnatha.

Synoniemen

• [2] kaakloze vissen, rondbekken

Hyperoniemen

• [2] gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen

• [2] zie de categorie: Kaaklozen in het Nederlands

Verwante begrippen

• [2] zie de categorie Vissen in het Nederlands

Gangbaarheid

• Het woord 'kaaklozen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.