jonk
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- jonk
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘Chinees schip’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1596 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jonk | jonken |
verkleinwoord | jonkje | jonkjes |
Zelfstandig naamwoord
jonk m
- (scheepvaart) voor en achter hoog oplopend Chinees zeilschip met drie masten [2] [3]
- Javaanse maat [4] [5]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. schip
Gangbaarheid
- Het woord jonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "jonk" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "jonk" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ jonk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ jonk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be