jongensfiets
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jon·gens·fiets
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jongen en fiets met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jongensfiets | jongensfietsen |
verkleinwoord | jongensfietsje | jongensfietsjes |
Zelfstandig naamwoord
- een kinderfiets voor jongens
- De jongen was heel blij met zijn stoere jongensfiets.
Gangbaarheid
- Het woord jongensfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.