jeans

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jeans    (hulp, bestand)
• IPA: / dʒins / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• jeans

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘spijkerbroek’ voor het eerst aangetroffen in 1954

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jeans	jeans
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

jeans m

1. bijzonder sterke, gekeperde katoenen stof, spijkerstof
2. spijkerbroek

Gangbaarheid

• Het woord jeans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jeans" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.