jammergraszanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- jam·mer·gras·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jammer en graszanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jammergraszanger | jammergraszangers |
verkleinwoord | jammergraszangertje | jammergraszangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de jammergraszanger m
- (zangvogels) Cisticola lais een vogel uit de familie Cisticolidae , een recent afgesplitste familie binnen de zangers van de Oude Wereld. Deze soort komt voor in zuidelijk Afrika en telt 7 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'jammergraszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.