invetten
Uiterlijk
- in·vet·ten
- samenstelling van in en vetten [1]
invetten [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
invetten |
vette in |
ingevet |
zwak -t | volledig |
- overgankelijk met vet besmeren als bescherming van hout, aardewerk, leer enz
- Mensen maken al zo’n 9.000 jaar dankbaar gebruik van bijenproducten: was voor het invetten van aardewerk, en natuurlijk honing. [3]
- ▸ Terwijl we door de smalle gangen liepen met hun gebarsten plavuizen die ruw aanvoelden als oude koeienhuid, viel me op dat de kamerheer zich vreemd voortbewoog. De zool van zijn linkerschoen was stukken dikker dan die van de rechter, en de stompe neus ervan stond scheef Wat voor groteske misvorming zou er onder dat ingevette leer schuilgaan?[4]
- overgankelijk (kookkunst) invetten van een vorm om aanbakken te voorkomen
- De melk, room, eieren, eierdooier, kaneel, zout, rasp en sap van de sinaasappel mengen. Een cakeblik of terrinevorm invetten met boter en netjes bekleden met bakpapier. [5]
- overgankelijk als bescherming van het lichaam
- Snij de pepers in de lengte door, haal de zaadjes eruit en snij ze in fijne reepjes. Ik had na dit karwei nog een dag lang pijnlijke, branderige vingers. Een oplossing zou zijn om latex handschoentjes aan te trekken tijdens het snijden, maar ik vrees dat alleen artsen en seriemoordenaars die rond hebben slingeren. Wat ook helpt: als u klaar bent eerst uw handen invetten met olie en daarna pas wassen. De branderige stof in de pepers lost namelijk beter op in olie dan in water. En niet in uw ogen wrijven! (maar dat wist u al). [6]
- iemand iets invetten
iemand iets betaald zetten, iemand iets inpeperen
1. overgankelijk met vet besmeren als bescherming van hout en aardewerk
- Het woord invetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "invetten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ invetten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Lucas Brouwers 14 november 2015
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477
- ↑ NRC Sam de Voogt 23 juni 2017
- ↑ Roos Ouwehand 10 oktober 2012
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %