intestaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tes·taat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord intestaat intestaten
verkleinwoord intestaatje intestaatjes

Zelfstandig naamwoord

de intestaatm

  1. (juridisch) iemand die overlijdt zonder testament
Verwante begrippen

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen