interseks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·seks
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interseks | interseksen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- tweeslachtig wezen, mens, dier of plant met tegelijk vrouwelijke en mannelijke kenmerken
stellend | |
---|---|
onverbogen | interseks |
verbogen | intersekse |
partitief | interseks |
Bijvoeglijk naamwoord
interseks
- gelijktijdig vrouwelijke en mannelijke kenmerken bezittend
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord interseks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.