insurgent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·sur·gent
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen insurgent insurgenter insurgentst
verbogen insurgente insurgentere insurgentste
partitief insurgents insurgenters -

Bijvoeglijk naamwoord

insurgent

  1. opstandig, revolutionair, rebels, oproerig
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord insurgent insurgenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de insurgentm

  1. opstandeling, oproerling
     Europese politici kunnen leren van Amerika, maar het is uiteindelijk aan de kiezer, concludeert The Economist. 'Een groot deel van het electoraat geeft niks om de Europese Parlementsverkiezingen. Een groot voordeel voor de insurgents. Als de Europeanen niet willen dat deze partijen winnen, is het zaak dat ze naar de stembus gaan.'[2]

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[3]


Verwijzingen

  1. insurgent op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Geert Wilders met Le Pen in een theepot op cover van The Economist” (03-01-2014), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be