instrumentenpaneel

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

instrumentenpaneel
Uitspraak
Woordafbreking
  • in·stru·men·ten·pa·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord instrumentenpaneel instrumentenpanelen
verkleinwoord instrumentenpaneeltje instrumentenpaneeltjes

Zelfstandig naamwoord

het instrumentenpaneelo

  1. paneel met de afleesvensters van instrumenten in een voertuig
     De piloot morste zijn koffie op het instrumentenpaneel. Toen hij het opdepte, raakte hij een knopje waardoor het vliegtuig ineens 2 kilometer daalde. Ook viel een van de motoren uit.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. instrumentenpaneel op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 april 2024 Weblink bron “Bijna vliegtuigongeluk door gemorste koffie” (Dinsdag 21 april 2015, 16:42), NOS