ing.

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: ING

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ing.
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

[A] de ing.m

  1. (onderwijs) titel voor sommige afgestudeerden aan technische opleidingen in wo of hbo
    1. (België) titel voor iemand die is afgestudeerd als industrieel ingenieur (master)
    2. (Nederland) titel voor iemand die in is afgestudeerd in technische opleiding aan de hts of in het hbo (bachelor)
Verwante begrippen

Bijvoeglijk naamwoord

[B] ing.

  1. (boekbinderij) bestaande uit katernen die met garen aan elkaar zijn vastgemaakt, in een omslag zonder harde band (bij boeken)

Werkwoord

[C] ing.

  1. (diergeneeskunde) voorzien van de gebruikelijke vaccinaties (bij huisdieren)

Meer informatie

Gangbaarheid