Naar inhoud springen

inderdaad

Uit WikiWoordenboek
  • in·der·daad
  • In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: werkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1639 [1]
  • Samenstelling van in, der en daad [2]

inderdaad

  1. een bevestiging dat iets het geval is
    • Dat is inderdaad een moeilijk woord. 
     Thuis had ik een systeem in elkaar geknutseld met klittenband die de paraplu aan mijn rugzak bevestigde, waardoor ik mijn handen vrijhield voor mijn wandelstokken. Wandelstokken? Inderdaad, ik was met de trend meegegaan en had een paar Leki Thermalite-wandelstokken aangeschaft.[3]
     Ik sta er inderdaad verdomd goed op.[4]
  • (informeel) idd
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]
  1. "inderdaad" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. inderdaad op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Ronald Giphart e.a.
    “Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be