in- en inzacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: in- en inzacht (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪnzɑχt/
Woordafbreking
- in- en in·zacht
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende afleiding van zacht (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | in- en inzacht | - | - |
verbogen | in- en inzachte | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
in- en inzacht
- uiterst behoedzaam, uiterst week
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'in- en inzacht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.