in- en ingemeen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: in- en ingemeen (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɪn ɛn ˈɪŋɣəmen/
Woordafbreking
- in-·en in-·ge·meen
Woordherkomst en -opbouw
- intensiverende afleiding van gemeen (bijvoeglijk naamwoord) met reduplicatie van in- (versterkend voorvoegsel)
stellend | |
---|---|
onverbogen | in- en ingemeen |
verbogen | in- en ingemene |
partitief | in- en ingemeens |
Bijvoeglijk naamwoord
in- en ingemeen
- buitengewoon grof, uiterst onaangenaam
- Hij was in- en ingemeen, maar dat heb ik te laat in de gaten gekregen. [1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord in- en ingemeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.