impressie
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- im·pres·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘indruk’ voor het eerst aangetroffen in 1575 [1]
- Naamwoord van handeling van impressioneren met het achtervoegsel -ie
- afgeleid van het Franse impression of daarvoor van het Latijnse 'impressiō'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | impressie | impressies |
verkleinwoord | impressietje | impressietjes |
Zelfstandig naamwoord
impressie v
- de uitwerking van iets op het gemoed of de geest, de indruk
- Mijn eerste impressie van het schilderij was dat het dramatisch slecht was.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord impressie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "impressie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.