impopulair
Uiterlijk
- Geluid: impopulair (hulp, bestand)
- im·po·pu·lair
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | impopulair | impopulairder | impopulairst |
verbogen | impopulaire | impopulairdere | impopulairste |
partitief | impopulairs | impopulairders | - |
impopulair [1]
- niet geliefd bij het grote publiek
- Het woord impopulair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "impopulair" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be