impopulair
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: impopulair (hulp, bestand)
Woordafbreking
- im·po·pu·lair
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | impopulair | impopulairder | impopulairst |
verbogen | impopulaire | impopulairdere | impopulairste |
partitief | impopulairs | impopulairders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
impopulair [1]
- niet geliefd bij het grote publiek
- De toenmalige regering van premier José María Aznar (Partido Popular) had het jaar daarvoor het zeer impopulaire besluit genomen om deel te nemen aan de Amerikaanse invasie van Irak. De suggestie dat jihadisten nu uit wraak voor Irak de aanslagen hadden gepleegd, moest snel de kop in worden gedrukt, en dus werd er meteen stellig naar de Baskische terreurorganisatie ETA gewezen. [2]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord impopulair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "impopulair" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nrc.nl (11 mrt 2024)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be