hypnotisch
Uiterlijk
- Geluid: hypnotisch (hulp, bestand)
- hyp·no·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | hypnotisch | hypnotischer | |
verbogen | hypnotische | hypnotischere | |
partitief | hypnotisch | hypnotischers | - |
hypnotisch
- (medisch) met betrekking tot hypnose (een tijdelijke trance-achtige toestand)
1. met betrekking tot hypnose (een tijdelijke trance-achtige toestand)
- Het woord hypnotisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hypnotisch" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ hypnotisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be