hypnose

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hyp·no·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstmatige slaap’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
  • Afgeleid van het Oud-Griekse ὑπνος, hupnos ("slaap").
enkelvoud meervoud
naamwoord hypnose hypnoses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hypnosev

  1. een kunstmatig gecreëerde staat van bewustzijn waarin men ontspannen is en geconcentreerd op een bepaald onderwerp
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen