huisnijverheid
Uiterlijk
- huis·nij·ver·heid
- samenstelling van huis zn en nijverheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisnijverheid | huisnijverheden |
verkleinwoord |
de huisnijverheid v
- (beroep) beroep of ambacht waarbij vanuit huis gewerkt en geproduceerd wordt
- ▸ Verbeteringen in de huisnijverheid en landbouw legden de basis voor het ontstaan van de Industriële Revolutie.[1]
- Het woord huisnijverheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Impact van de Industriële Revolutie”