houwitser

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

het laden van een 15 inch houwitser in de Eerste Wereldoorlog
Uitspraak
Woordafbreking
  • hou·wit·ser
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘vuurmond met kortere loop dan kanon’ voor het eerst aangetroffen in 1663 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord houwitser houwitsers
verkleinwoord houwitsertje houwitsertjes

Zelfstandig naamwoord

de houwitserm [3]

  1. (militair) een soort krombaangeschut dat de projectielen in een kromme baan over hindernissen heen kan schieten en vaak een relatief korte loop heeft
    • Vorst Andrej sprak niet met Toesjin. Ze waren allebei zo druk bezig dat het leek of ze elkaar niet zagen. Toen ze, nadat ze de twee stukken geschut van de vier die nog bruikbaar waren op de voorwagen hadden vastgemaakt (één kapotgeschoten kanon en een houwitser werden achtergelaten), reed vorst Andrej op Toesjin af.[4] 
    • Oekraïne verklaarde eerder dat alle zware wapens van de frontlinie waren teruggetrokken. De video van Reuters in het zuidoosten van Oekraïne nabij de plaats Shirokine zou echter een ander beeld tonen. Volgens de Russen is daarop te zien dat het Oekraïense leger een houwitser D30 gebruikt. Dat zware wapen kan doelen op ruim 20 kilometer afstand raken.[5]  
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen