houting

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  houting    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɑutɪŋ / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• hou·ting

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	houting	houtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de houting m

1. (straalvinnigen) bepaald soort zoutwatervis, Coregonus oxyrinchus , die in zoetwater paait, inheems in de Benelux

Vertalingen

    q. bepaald soort zoutwatervis, Coregonus oxyrinchus   

Deens: snæbel (da) Duits: Schnäpel (de), Gangfish (de)

Engels: houting (en), whitefish (en) Frans: outil (fr), corégone (fr)

Gangbaarheid

• Het woord houting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "houting" herkend door:

21 %	van de Nederlanders;
28 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.