houtboor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hout·boor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hout en boor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houtboor | houtboren |
verkleinwoord | houtboortje | houtboortjes |
Zelfstandig naamwoord
- (gereedschap) boor alleen geschikt voor hout en zacht materiaal, beter: metaalboor
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord houtboor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.