hostnaam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- host·naam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van host en naam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hostnaam | hostnamen |
verkleinwoord | hostnaampje | hostnaampjes |
Zelfstandig naamwoord
hostnaam m
- (informatica) naam van een hostcomputer in een netwerk
Gangbaarheid
- Het woord 'hostnaam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.