hooier
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hooi·er
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van hooien met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hooier | hooiers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de hooier m
- iemand die hooien als beroep heeft
Synoniemen
Hyponiemen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord hooier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hooier" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be