hooggeboren

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoog·ge·bo·ren
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen hooggeboren
verbogen -
partitief hooggeborens

Bijvoeglijk naamwoord

hooggeboren

  1. met ouders die een zeer aanzienlijke maatschappelijke status hadden
     Met „The woman who would be King” schreef egyptoloog Kara Cooney lang niet de eerste Hatsjepsoet-biografie, maar wel eentje die nauwkeurig en genuanceerd uit de doeken doet hoe inventief haar gang naar de troon was. Een hooggeboren vrouw als zij werd koningsvrouw, moeder, hogepriesteres, maar geen politiek leider.[2]
  2. titulatuur om een graaf of gravin aan te schrijven
     Desiderius Erasmus van Rotterdam aan de hooggeboren heer Thomas, graaf van Wilthire en Ormond, gegroet[3]#(figuurlijk) met een status die vanzelfsprekend respect verdient
     Een vast onderdeel van de discussie zijn de vrome types die beweren dat kunst „geen wedstrijd” is. Ze bedoelen dat kunst te hooggeboren is voor wedijver.[4]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 15 juli 2023 Weblink bron
    Nina Weijers
    “Liever een peuter als koning dan een vrouw” (6 februari 2015) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 15 juli 2023 Weblink bron 2884 : Aan Thomas Boleyn : Freiburg, 1 december 1533 (2020) in:
    Desiderius Erasmus (vert. István Bejczy)
    De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 19. Brieven 2751-2986., Ad. Donker, Rotterdam, ISBN 9789061005247, p. 230
  4. Bronlink geraadpleegd op 15 juli 2023 Weblink bron
    Joyce Roodnat
    “De meesterhand mag alles” (14 mei 2011) op nrc.nl op Wikipedia