holt aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • holt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanhollen

holt aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhollen
    • Jij holt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhollen
    • Hij holt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanhollen
    • Holt aan! 

Gangbaarheid