hielden huis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hielden huis (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhildə(n) ˈhœys / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- hiel·den huis
Woordherkomst en -opbouw
- uit hielden (werkwoord) en huis (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
huishouden |
hielden (…) huis
- meervoud verleden tijd van huishouden
- Wij hielden huis.
- Jullie hielden huis.
- Zij hielden huis.
- Wij hielden huis.
Gangbaarheid
- Het woord hielden huis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.